hulste.info
skylinehulste
De geschiedenis van het onderwijs in Hulste

Hier vind je aflevering 1: Het begin
Hier vind je aflevering 2: Het testament van pastoor Van Opstal
Hier vind je aflevering 3: De gemeenteschool in de gebouwen van de stichting Van Opstal
Hier vind je aflevering 4: Apart onderwijs voor de jongens en de meisjes
Hier vind je aflevering 5: Een kijkje in het schoolreglement en het lessenpakket
Hier vind je aflevering 6: In de maalstroom van de 'ongelukswet'
Hier vind je aflevering 7: Plots van twee naar drie scholen
Hier vind je aflevering 8: De schoolstrijd van 1879 met zijn nasleep
Hier vind je aflevering 9: Ook de onderwijzer leeft niet van de hemelse dauw
Hier vind je aflevering 10: De familie Vandekerckhove in ‘t Blauwhuis
Hier vind je aflevering 11: Wat gebeurde er met de oude school van Pastoor Van Opstal?

aflevering 12
De gemeenteschool na Wereldoorlog I en II

De echte doorbraak van het gemeentelijk onderwijs kon pas beginnen na W.O. I (1914-1918) toen de wet op de leerplicht feitelijk in voege kwam. Van toen af kreeg de gemeente ook de nodige financiële middelen.
In 1922 werd, in opvolging van Cesar Horrez, meester Jozef Vanwynsberghe tot schoolhoofd benoemd en werden er drie graadklassen gevormd met Prudent Debucquoy, Robert Castelein en Maurice Bogaert als onderwijzers. Door de aangroei van de bevolking steeg ook het aantal leerlingen zodat in 1931 nog een vijfde klas bijkwam met meester Remi Vermandere, die later kantonaal inspecteur werd, als titularis. Bij gebrek aan klaslokalen moest meester Vermandere met zijn klas uitwijken naar de ‘patronage’ die ook nog als Openbare Bibliotheek dienst deed. Dit tekort aan lokalen is tot aan de nieuwbouw in de Tieltsestraat (1968) blijven aanslepen. Men sprak toen over de ‘zwervende scholen’. Nu eens vond men onderdak in de timmerwinkel van Jozef Callens, dan eens in een vleugel van het ‘Oud-Mannenhuis’ en zelfs gebeurde het dat er twee klassen, gescheiden door een gordijn, les kregen in de ‘patronage’.
Het was even een opluchting toen in 1937 twee nieuwe klaslokalen in gebruik konden genomen worden. Terzelfdertijd kwam er door het aanleggen van een tweede speelplaats ook meer speelruimte voor de leerlingen.
In 1961 was het gemeentelijk onderwijs in Hulste volledig en homogeen over de acht leerjaren uitgebouwd. Maar in 1965 verdween, zoals trouwens overal, de vierdegraadsklas zodat er nog slechts zes leerjaren overbleven.

Een straat met de naam van een ‘meester’
In Hulste is er een straat die de naam van een ‘meester’ draagt. In een reeks over het onderwijs mogen we daaraan niet voorbijgaan. Door aan een nieuwe straat in de kom van het dorp de naam van een onderwijzer te geven hebben de autoriteiten van het toen nog zelfstandige Hulste, met instemming van de bevolking, uiting gegeven aan hun dankbaarheid en erkentelijkheid tegenover alle leerkrachten, in het bijzonder aan meester Jozef Vanwynsberghe (1877-1952), zoon van koster Aloïs en Veneranda Viaene. Nog jaren na zijn overlijden bleef deze ‘meester’, tot de verbeelding van de Hulstenaars spreken, niet alleen door zijn statige verschijning, maar vooral en op de eerste plaats door zijn jarenlange plichtsbewuste inzet. ‘Meester Koster’ deed meer dan alleen maar gewoon onderwijzen. Hij wist zijn laatstejaarsleerlingen tussendoor veel levenswijsheid mee te geven. Zo wees hij op de gevaren die de jongeren na het schoolverlaten op het werk bedreigden. Ook ging hij de grote plaag van die tijd, het drankmisbruik, niet uit de weg. Voor hem was een gepaste seksuele voorlichting evenmin taboe. Maar niet in het minst om zijn voorbeeldige levenswandel werd hij geëerd en geprezen. Het was goed even halt te houden in de ‘Mr Vanwijnsberghelaan’.

Onderwijzers

Vier onderwijzers uit de gemeentelijke jongensschool tussen de twee oorlogen.
Zittend van links naar rechts: Hoofdonderwijzer Jozef Vanwynsberghe en Prudent Debucquoy
Staand: Robert Castelein en Maurice Bogaert. Deze foto is genomen tegen de wand van de twee oudste klaslokalen in de Kasteelstraat.
Links de klas van meester Prudent alias ‘Perdang’ en rechts deze van meester ‘Koster’.
(Uit het fotoarchief van Pieter Kerckhof)

 

Castelein

De klas van meester Robert Castelein: de 38 leerlingen van het vijfde leerjaar in 1937



 

Hier vind je aflevering 1: Het begin
Hier vind je aflevering 2: Het testament van pastoor Van Opstal
Hier vind je aflevering 3: De gemeenteschool in de gebouwen van de stichting Van Opstal
Hier vind je aflevering 4: Apart onderwijs voor de jongens en de meisjes
Hier vind je aflevering 5: Een kijkje in het schoolreglement en het lessenpakket
Hier vind je aflevering 6: In de maalstroom van de 'ongelukswet'
Hier vind je aflevering 7: Plots van twee naar drie scholen
Hier vind je aflevering 8: De schoolstrijd van 1879 met zijn nasleep
Hier vind je aflevering 9: Ook de onderwijzer leeft niet van de hemelse dauw
Hier vind je aflevering 10: De familie Vandekerckhove in ‘t Blauwhuis
Hier vind je aflevering 11: Wat gebeurde er met de oude school van Pastoor Van Opstal?


[LD - SH 2024]



De weg terug van onze twee basisscholen: een vergeten verhaal

Het ligt niet in onze bedoeling de lezer van deze site terug op de schoolbank te zetten, met vooraan het groene of het zwarte schoolbord. We willen veeleer op verrassingsreis. Want hoe en wanneer onze beide lagere scholen er kwamen is voor de meesten - anno 2024 - een compleet onbekend verhaal, historie van meer dan 200 jaar.
Reeds vóór de Franse Revolutie (1789) was er in Hulste een schoolmeester, maar hoegenaamd nog geen schoolplicht. Gaandeweg begon men meer en meer het belang van het onderwijs in te zien.
Voor de grote ‘doorbraak’ was het wachten op de 20ste eeuw, meer precies op de wet van 1914, die de leerplicht van alle kinderen tussen 6 en 14 jaar invoerde. Maar door de oorlog kwam de wet pas in 1919 in voege.